Op 23/12 besliste het college van burgemeester en schepenen om, met ingang van 1 januari, de verhuis van den ouden Breughel mogelijk te maken door een nieuwe locatie te verhuren. Hoewel wij als CD&V de doelstelling van een levend marktplein en het bewaren van een Schotense horecamonument steunen, moeten we als oppositie ook durven van moeilijke technische vragen te stellen. Zo houden we de meerderheid scherp.
Het gaat ons als CD&V hier, voor alle duidelijkheid niet, om de waarom van deze beslissing, maar om de hoe: het type contract, de duurtijd en de huurprijs. We zijn op zich tevreden dat den ouden Breughel een doorstart kent.
Type contract
Het contract dat gesloten is, is geen huurcontract, maar een contract precair gebruiksrecht. Dit is een uitzonderingsprocedure volgens de rechtspraak, maar in het collegebesluit zijn er weinig argumenten daarvoor. Het belangrijkste argument is “een zeer beperkte periode, meer bepaald vanaf 1 januari 2020 tot op de datum van de aanvang van de werken aan de marktgebouwen”.
Als CD&V-fractie geloven we sterk in het renoveren van de forumgebouwen. Maar onze ervaring leert dat zo’n grote projecten jammer genoeg heel lang duren om op te starten en, hoewel we het heel graag anders zouden zien, lijkt het ons onwaarschijnlijk. Zeker met de informatie die we op 3 oktober gekregen hebben, denken we niet dat de verbouwingen al binnen de drie jaren op kruissnelheid zijn.
Een termijn van drie jaar is geen zeer beperkte periode meer en biedt ruimte voor andere contracten met meer wederzijdse bescherming.
Duurtijd
Die wederzijdse bescherming brengt me bij het tweede punt. De duurtijd van dit contract. Of vooral het gebrek daaraan. De gemeente heeft ten allen tijde het recht om het contract met den Breughel te verbreken, zonder voorafgaande melding en zonder opzegtermijn.
De overeenkomst somt mogelijk redenen op, maar die opsomming is niet limitatief. Hoewel jullie verwijzen naar de “geplande” beëindiging door de bouwwerken, heeft de uitbater eigenlijk geen enkele zekerheid en hangt volledig af van het goeddunken van het gemeentebestuur. Meer nog, de gemeente is tegelijk judge, jury and executioner bij het beoordelen van de verbreking redenen.
Mocht er gekozen worden voor een “normaal” huurcontract dan is de termijn van 3 jaar gegarandeerd, met opzegmogelijkheid. Dat geeft veel meer zekerheid voor de uitbater, maar ook voor de gemeentelijke doelstelling om leegstand in het centrum te voorkomen.
Huurprijs
Tot slot de huurprijs. Omdat er gekozen is voor een precair gebruiksrecht, is het verboden om een marktconforme prijs te vragen. Als we dat wel zouden doen, wordt het contract door de rechtbank omgezet naar een handelshuur. Er moet dus een vermindering van de prijs zijn. Maar de gevraagde gebruiksprijs is, zoals ook toegeven wordt, enkel symbolisch.
Dat is nadelig voor alle betrokkenen.
- Ten eerste voor de gemeente, eng gezien zelfs voor de meerderheid, breed voor alle inwoners, want dat is geen gezond financieel beheer.
- Vervolgens voor de Breughel zelf, want wanneer ze een doorstart maakt na de verbouwingen, zal ze dan wel met die extra kost geconfronteerd worden zonder idee hoeveel die is.
- Ten derde worden omliggende horecazaken benadeeld omdat zij wel een huurprijs moeten betalen. Nogal raar als de 2de prioriteit van het meerjarenplan is dat alle handelaars zich thuis mogen voelen in onze gemeente.
Nu, ik ben begonnen dat het ons hier niet om de waarom van de beslissing gaat. Het is goed dat den Breughel gered is. Het is goed dat de gemeente inspanningen doet om het marktplein levend te houden, maar is dit de juiste hoe? Is dit de juiste werkwijze?
Vragen
Mijn vragen zijn de volgenden:
- Handhaaft de gemeente haar verbouwplannen van de Forum-marktgebouwen
- Is dit type contract, het precair gebruiksrecht, aangewezen en waarom?
- De duurtijd van het contract is onbepaald, of zijn er mondelinge langere afspraken, naar eventuele normale huur bij continuïteit?
- Is het mogelijk, met oog op andere omliggende horeca, om de gebruiksvergoeding licht te verhogen?
Antwoord
Tot mijn verbazing kwam het antwoord van de burgemeester en niet van de bevoegde schepen. Dat antwoord was nogal defensief. Terwijl ik mijn best had gedaan om de vraag zo constructief mogelijk te stellen.
De kern van het antwoord hield in dat de verbouwingswerken binnen de drie jaar starten. Het risico voor mogelijke vertragingen werd van tafel geschoven. Nu hoop ik dat ikzelf voor een keer ongelijk krijg en het allemaal zo vlot gaat lopen….
De verlaagde huurprijs voor de Breughel koppelde de burgemeester aan de nodige investeringen en aan de onzekere return voor de ondernemers. Ten eerste door de start van de werken, maar ten tweede ook omdat, bij een eventuele doorstart, deze locatie via een concessie verhuurd zou worden. Vooral dat tweede argument vond ik correct.
Beluister het volledige antwoord hier.