Waarom de sluiting van de slager een gemeenteprobleem is

De voorbije maand sloot de tweede slager uit Schoten op korte tijd haar deuren. Dat is jammer, want slagers zijn, zoals bakkers, net plaatsen waar buurtbewoners elkaar ontmoeten.


Als gemeentebestuur kan je veel, maar niet alles. De economische druk op kleine handelaars aanpakken, kan niet. Zelfs op Vlaams niveau worstelen ze ermee. Door de online-verkoop en het veranderende koopgedrag is het moeilijk om een pasklaar antwoord op te geven. Dat twee slagers op korte tijd dan het water aan hun lippen voelen staan en beslissen van te stoppen, daar kan je als gemeente enkel naar kijken en om vloeken.

Geloof me, iedereen die zich voor de lokale gemeente inzet, vloekt.

De economische waarde van een kleine slager is in het totale gemeentebudget verwaarloosbaar. In het gemeentebudget merk je de impact niet. Maar de maatschappelijke meerwaarde is enorm.

Iedere slager is een klein dienstencentrum in zijn of haar buurt. Mensen komen ernaartoe om hun inkopen te doen, maar daardoor ontmoeten ze hun buren. Zo wordt die buurtwinkel een knooppunt in het sociale netwerk.

Het sociale netwerk van een wijk heeft een impact op ons welbevinden. We voelen ons veiliger, gelukkiger en voorkomen vereenzaming. Buren die elkaar kennen, helpen elkaar sneller. Dat kan starten met een simpele goedendag. Die sociale samenhang maakt een gemeente warm.

Maar als zo’n sociale knooppunten wegvallen, dan krijg je een omgekeerd effect. Straten waar mensen elkaar niet kennen, verhogen het onveiligheidsgevoel.

Vanuit het gemeentebestuur wordt sterk ingezet op het winkelkerngebied rond de Paalstraat. Dat is goed, maar we mogen de winkels buiten deze kern niet vergeten. Tegelijk moeten we bescheiden blijven: tegen economische golven in is het moeilijk zwemmen.

bron krantenknipsel: GVA

Vond je dit interessant? Delen mag!